Darmkanker

Digestieve oncologie

Er bestaan meerdere soorten dikkedarmkanker, ook wel colonkanker genoemd.

  • Meestal ontstaat dikkedarmkanker uit poliepen. Dat zijn goedaardige zwellingen op de darmwand.
  • Op verloop van jaren kunnen deze poliepen kwaadaardig worden en dan spreken we van een darmkanker.

Symptomen

Vaak heb je in het begin geen klachten. De voornaamste kenmerken zijn:

Daarnaast kan je ook last hebben van:

  • Buikpijn;
  • Bloedarmoede
  • Bleek zijn
  • Vermoeidheid
  • Kortademig zijn
  • Verminderde eetlust;
  • Gewichtsverlies;
  • Valse stoelgangsnood.
    • Je hebt dan het gevoel dat je naar het toilet moet, maar er komt niets.

Vaak zijn er geen symptomen en wordt deze vorm van kanker opgepikt door een afwijkende test bij het bevolkingsonderzoek.

Oorzaken

In zo’n 1 op 20 gevallen is dikkedarmkanker het gevolg van een erfelijke aandoening. We spreken dan van erfelijke dikkedarmkanker.


Meestal is de precieze oorzaak van dikkedarmkanker niet helemaal bekend. We weten wel dat verschillende factoren het risico op dikkedarmkanker verhogen:

  • Leeftijd:
    • Hoe ouder je bent, hoe groter de kans.
  • Dikkedarmkanker in je naaste familie:
    • Je vader, moeder, zussen, broers of kind hebben de ziekte (gehad).
  • Een bestaande darmziekte, zoals:
    • De ziekte van Crohn;
    • Colitis ulcerosa.
  • Een ongezonde levensstijl:
    • Voeding met te veel rood of bewerkt vlees, en te weinig vezels (groenten en fruit);
    • Alcohol;
    • Roken;
    • Overgewicht;
    • Te weinig beweging.

Onderzoeken

Om een dikkedarmtumor uit te sluiten verwijst je huisarts je door voor een darmonderzoek van je dikke darm (coloscopie).

  • Onder plaatselijke of volledige verdoving brengt een arts een buis met een camera via je aars in je dikke darm.
  • De arts onderzoekt je darm helemaal.
  • Ziet de arts verdachte letsels?
    • Dan neemt hij een biopsie af.
    • Daarbij neemt hij een klein stukje van het letsel weg voor verder onderzoek onder de microscoop.
  • Ziet de arts poliepen?
    • Dan neemt hij die in hun geheel weg om ze te laten onderzoeken.

Kan er om een of andere reden geen coloscopie gebeuren? Dan voert de arts een CT-colonografie uit. Dat is een scanopname van je hele dikke darm.


Is de arts zeker over de diagnose? Dan gaat hij na of er uitzaaiingen zijn door het uitvoeren van een scan, dit kan een CT-scan zijn maar soms gebruikt men ook een MRI of een PET-scan.


Op basis van al deze onderzoeken bepaalt de arts vervolgens in welk stadium de kanker zich bevindt. Dat is belangrijke informatie om een behandeling te kiezen.

Behandelingen

De behandeling hangt af van het stadium waarin de kanker zich bevindt. Om beslissingen te nemen in verband met je behandeling, werkt je arts samen met verschillende collega’s in een multidisciplinair team.



Is de tumor beperkt tot je darm, en zijn er geen uitzaaiingen op andere plaatsen in je lichaam?

  • Dan verwijst de arts naar de chirurg om een stuk darm te verwijderen.
  • Na de ingreep wordt het verwijderde stuk darm en de klieren onderzocht. Zo wordt nagegaan:
    • Of de tumor volledig werd verwijderd;
    • Hoe agressief de tumor is;
    • Of er aangetaste klieren zijn.
  • Zijn al die zaken gunstig? Dan is er geen verdere behandeling nodig.

Stelt de arts wel uitzaaiingen vast (meestal in de lever, longen en/of buikholte)?

  • Dan zijn er meerdere behandelingen mogelijk:
    • Meestal bestaat de behandeling uit chemotherapie.
    • Soms worden de uitzaaiingen ook chirurgisch verwijderd;
    • Bestraling kan soms ook een plaats hebben in de behandeling

Gevorderde dikkedarmtumoren kunnen soms je darmkanaal blokkeren.

  • Dat noemen we een obstructie.
  • Dan gebeurt meestal een dringende operatie.

Aandachtspunten

Bijlagen en extra informatie

Behandelende artsen