In uw slokdarm is er een verandering van het slokdarmweefsel ontstaan. Het normale slokdarmweefsel is vervangen door maagslijmvlies dat naar boven in de slokdarm is gegroeid. Dit heet Barrett-weefsel. Omdat er ondertussen dysplasie (onrustige cellen) ontstaan is in dit weefsel is er een verhoogde kans op evolutie naar slokdarmkanker. Dysplasie wordt beschouwd als een voorstadium van kanker. Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij hooggradige dysplasie is er meer onrust in de cellen dan bij laaggradige dysplasie.
Dit Barrett-weefsel met dysplasie dient bijgevolg het best behandeld te worden zodat het oorspronkelijke slijmvlies zich kan herstellen en er geen verder evolutie is naar een kanker. De zichtbare afwijkingen worden meestal eerst endoscopisch met EMR (endoscopische mucosale resectie) of ESD (endoscopische submucosale dissectie) behandeld (cfr specifieke brochures). Als er geen zichtbare letsels zijn kan meteen met radiofrequentie ablatie behandeld worden in geval van dysplasie.
Door radiofrequentie ablatie wordt het meest oppervlakkige laagje van de slokdarmwand kortdurend verhit met behulp van radiofrequente energie, waardoor dit laagje afsterft, daarna treedt genezing van de slokdarm op en groeit het oorspronkelijke slijmvlies terug.
Meld op de voorafgaande raadpleging en ook voor de start van het onderzoek:
Deze ingreep gebeurt op de endoscopieafdeling onder algemene narcose. Indien dit op de afdeling nog niet is gebeurd; zal de verpleegkundige een ader in de arm aanprikken zodat de anesthesist langs deze weg de verdoving kan toedienen.
Via een endoscoop wordt een behandelingsballon in de slokdarm ingebracht. Rond deze ballon is een dun metalen draadje gewikkeld dat de warmte afgeeft. De RFA-ballon wordt gedurende ongeveer 1 seconde verhit zodat de oppervlakkige slijmvlieslaag (het Barrett-slijmvlies) wordt verhit. Afhankelijk van de lengte van de Barrett-zone wordt de ballon verplaatst en nogmaals verhit tot de hele Barrett-zone behandeld is. Hierna wordt de ballon verwijderd waarna het behandelde gebied schoongemaakt wordt en de verhitte/afgestorven cellen verwijderd worden. Hierna wordt de procedure met de ballon nogmaals herhaald.
Als de wondjes na de eerste behandeling met de RFA-ballon genezen zijn, zijn er meestal nog kleine eilandjes Barrettslijmvlies aanwezig. Om deze resterende plekjes te behandelen wordt er een ablatieapparaatje aan de endoscoop bevestigd. Aan dit apparaatje zit ook een metalen draadje dat warmte afgeeft. De arts brengt het apparaatje naar de te behandelen gebieden waarna deze zone wordt verhit. Als alle gebiedjes behandeld zijn wordt het gebied terug schoongemaakt waarna de procedure herhaald wordt. De totale behandeling duurt meestal minder dan 1 uur. Maar in de meeste gevallen zijn meerdere behandelingsessies nodig.
Bij een RFA ontstaat een soort oppervlakkige brandwonde in de slokdarm. De kans op complicaties is zeer klein. Behalve irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen hebben patiënten meestal geen klachten na de behandeling.
Ernstige ontsteking van de slokdarm met vorming van zweren en vernauwing, een klein gaatje in de slokdarm (perforatie), bloeding of beschadiging van keel of slokdarm, kunnen zeldzaam voorkomen.