ESD - Endoscopische Submucosale Dissectie (Dikke darm)

Brugsesteenweg

Rumbeke

Torhout

Menen

Het is een onderzoek met behulp van een endoscoop (een flexibele buis) om letsels, beperkt tot het slijmvlies, te verwijderen. Vroeger werden dergelijke letsels nog operatief verwijderd. Met deze nieuwe techniek kunnen de letsels zonder litteken en zonder operatie, met een kortere hospitalisatieduur, veilig verwijderd worden.

Het betreft hier meestal letsels, die (indien onbehandeld) kwaadaardig kunnen worden of reeds oppervlakkig kwaadaardig zijn, maar nog niet dieper ingegroeid zijn dan in het slijmvlies. Soms zal vooraf een echo-endoscopisch onderzoek uitgevoerd worden om de diepte te bevestigen. Deze techniek wordt gebruikt voor verwijdering van grotere afwijkingen zodat deze in één stuk kunnen worden weggehaald.

Meld op de voorafgaande raadpleging en ook voor de start van het onderzoek:

  • eventuele allergieën.
  • hart – en/of longproblemen, pacemaker, defibrillator, neurostimulator, ...
  • inname van bloedverdunnende medicatie bv. aspirinebevattende preparaten Plavix, Marcoumar, Clopidogrel, Ticlid, Xarelto, Pradaxa, Eliquis, Brilique, Marevan, Sintrom… Bloedverdunnende medicatie zal eventueel tijdig gestopt moeten worden, dit steeds in overleg met de arts.
  • inname van ontstekingsremmers.

Doel van het onderzoek

Voorbereiding

  • Op de kamer wordt een infuus geplaatst en er zal worden gevraagd om uw bril /contactlenzen en tandprothese te verwijderen. Er zal een patiëntenschort klaarliggen om aan te trekken.
  • Aan de vrouwelijke patiënten zal worden gevraagd om hun beha uit te doen.
  • U moet minstens 6 uur voor het onderzoek nuchter zijn. Dit wil zeggen niet eten, drinken of roken.
  • Net zoals bij een darmonderzoek dient de darm volledig leeg te zijn. Vooraf zal u dus een specifieke laxeervloeistof moeten opdrinken. (zie ook info ivm darmonderzoek)

Uitvoering

  • Dit onderzoek gebeurt op de endoscopieafdeling onder algemene narcose. Als dit op de kamer nog niet is gebeurd zal de verpleegkundige een ader in de arm aanprikken zodat de anesthesist langs deze weg de verdoving kan toedienen.
  • De anesthesist plaatst soms een buisje in de luchtweg om de ademhaling over te nemen.
  • Tijdens het onderzoek ligt u op de linkerzijde of op de rug.
  • Tijdens het onderzoek wordt het zuurstofgehalte in het bloed continu gemeten. Dit gebeurt met een meettoestelletje dat op de vinger wordt geplaatst. U krijgt ook een zuurstofbrilletje op de neus.
  • In sommige gevallen wordt preventief een dosis antibiotica toegediend tijdens de ingreep.

De behandeling

Met de endoscoop wordt de afwijking goed afgelijnd en rondom wordt de afwijking gemerkt  om daarna volledig met een ruime marge te kunnen verwijderen. Vervolgens wordt met behulp van een dunne naald een vloeistof ingespoten tussen de spierlaag en de te verwijderen laag om veilig te kunnen werken. Met een heel fijn elektrisch mesje wordt rondom het letsel een insnede gemaakt. Hierna wordt met het fijne mesje het te verwijderen letsel volledig losgemaakt van de spierlaag. Ten slotte wordt de wonde zorgvuldig geïnspecteerd en worden alle bloedvaatjes dicht geschroeid met elektrische stroom ter preventie van bloeding. De duur van de behandeling is wisselend en in functie van de grootte en lokalisatie van het letsel : tussen 60 en 180 minuten. Het verwijderde letsel wordt gerecupereerd en doorgestuurd voor microscopisch onderzoek nadien.

Ziekenhuisopname

Na het onderzoek

  • Na het onderzoek wordt unaar de ontwaakzaal gebracht van de dienst endoscopie. Daar wordt hetzuurstofgehalte in het bloed verder opgevolgd.
  • U kunt ook last hebbenvan een opgeblazen gevoel door het koolzuurgas dat tijdens het onderzoek werdingeblazen. Opboeren of winden laten kan snel verbetering bieden.
  • Na deze ingreep wordt umeestal één of twee nachten opgenomen.
  • Na deingreep mag u meestal snel starten met een restenarme voeding die vaakvrij snel uitgebreid wordt naar een normaal dieet.
  • Bij hoge koorts,onhoudbare pijn of anaal bloedverlies moet u contact opnemen met de afdeling ofmet de arts die u behandeld heeft.

Voor- en nadelen

Bijwerkingen

Aandachtspunten

Risico's van dit onderzoek

Bloeding

Door de behandeling kan een bloedvaatje geraakt worden. Tijdens de ingreep is dit normaal en kan dit bijna steeds gestelpt worden. Een laattijdige bloeding tussen de eerste en de 14de dag is mogelijk; dit uit zich door bloedverlies via de stoelgang. Als dit gebeurt dient een nieuwe endoscopie te gebeuren om de bloeding te stelpen. Een laattijdige bloeding kan voorvallen bij ongeveer 5 procent van de procedures.

Perforatie

Hierbij ontstaat een gaatje in de spierlaag zodat er een vrije opening is tussen het behandeld orgaan en de buikholte. Deze complicatie is zeldzaam en kan voorvallen in ongeveer 4 procent van de ingrepen. In dit geval dient antibiotica toegediend te worden en wordt meestal geprobeerd om het gaatje endoscopisch terug te sluiten.

Stenose

Hierbij ontstaat tijdens het genezingsproces een vernauwing van het behandeld orgaan zodat er geen goede passage meer is van de ontlasting. Deze complicatie is heel zeldzaam en kan bijna steeds opgelost worden door de vernauwing met een ballonnetje open te rekken.

Bijlagen en documenten

Brochure onderzoek

Artsen die dit onderzoek uitvoeren

No items found.

Locaties waar dit onderzoek wordt uitgevoerd