Maagkanker

Digestieve oncologie

Maagkanker is een kwaadaardige aandoening waarbij zich een tumor vormt in de maag, meestal in het maagslijmvlies. De maag speelt een cruciale rol in het verteren van voedsel, en een tumor kan deze functie ernstig verstoren. Maagkanker ontwikkelt zich vaak langzaam en kan zich in de vroege stadia verspreiden zonder duidelijke symptomen, waardoor het vaak pas in een vergevorderd stadium wordt ontdekt.

Symptomen van maagkanker kunnen variëren, maar omvatten meestal een combinatie van verminderde eetlust, gewichtsverlies, aanhoudende maagpijn, een vol gevoel na kleine maaltijden, misselijkheid, braken (soms met bloed), en zwarte, teerachtige ontlasting door interne bloedingen. Deze symptomen kunnen echter ook bij andere, minder ernstige maagproblemen voorkomen, wat het stellen van een vroege diagnose bemoeilijkt.

De precieze oorzaak van maagkanker is vaak onbekend, maar er zijn verschillende risicofactoren. Deze omvatten een infectie met de bacterie *Helicobacter pylori*, langdurige maagontsteking, roken, een dieet rijk aan zout en gerookt voedsel, genetische aanleg, en leeftijd (het komt vaker voor bij mensen boven de 50 jaar). Het vroege opsporen van maagkanker is belangrijk, aangezien de behandelingsmogelijkheden en prognose sterk afhangen van hoe ver de ziekte is gevorderd op het moment van ontdekking.

Behandeling van maagkanker varieert en kan chirurgie, chemotherapie, bestraling of een combinatie van deze methoden omvatten. De keuze van de behandeling hangt af van het stadium van de kanker, de locatie van de tumor, en de algehele gezondheid van de patiënt.

Symptomen

In het beginstadium veroorzaken de meeste maagtumoren geen klachten. 
Pas later ontstaan symptomen zoals last ter hoogte van de maagstreek (pijn, zuur of een ongemakkelijk gevoel), misselijkheid en braken, het gevoel snel verzadigd te zijn bij een maaltijd, moeilijke passage van voedsel bij slikken (dysfagie) en onverklaarbaar gewichtsverlies. 
Bloedarmoede kan ontstaan doordat de tumor gaat bloeden. Hierdoor kun je soms pikzwarte stoelgang (melena) opmerken of kleine beetjes bloed opbraken.

Oorzaken

De oorzaak is niet volledig duidelijk, maar omgevingsfactoren zouden een grote rol spelen. 

De bacterie Helicobacter Pylori, die een chronische ontsteking van het maagslijmvlies kan veroorzaken, is de belangrijkste risicofactor. Deze bacterie komt frequent voor, maar is gelukkig eenvoudig te behandelen met een combinatie van 2 of 3 soorten antibiotica. Ze leidt dan ook zelden tot kanker. 

Daarnaast zijn het frequent eten van zeer gezouten en gerookte voedingswaren (barbecue), erfelijkheid (3-5% van alle maagkankers), gedeeltelijke maagverwijdering, roken, overmatig alcoholgebruik en beroepsmatige blootstelling aan bepaalde uitwasemingen geassocieerd met een verhoogd risico op maagkanker.

Onderzoeken

Je arts kan op basis van de klachten een maagtumor vermoeden, maar om de diagnose te bevestigen is steeds verder nazicht door een maagdarmspecialist nodig. 

Die zal een kijkonderzoek van de maag (gastroscopie) uitvoeren en een stukje weefsel uit de tumor wegnemen voor microscopisch onderzoek (biopsie). 

Met Echografie en CT-scan eventueel aangevuld met een kijkoperatie, MRI-scan of PET-scan, worden uitzaaiingen opgespoord

Bij bevestiging van de diagnose moeten verdere technische onderzoeken (o.a. CT-scan) uitwijzen of de kanker is uitgezaaid. Op basis daarvan zal een behandeling worden gekozen. 

Een bloedonderzoek kan bloedarmoede aantonen.

Behandelingen

Zijn er geen uitzaaiingen? Dan opteert men voor het operatief verwijderen van de tumor nadat er vooraf reeds een kijkoperatie gebeurd is. Ook de klieren in de buurt van de maag worden weggenomen en onderzocht op kankercellen. Dit wordt vaak gecombineerd met chemotherapie. Die kan al gestart worden voor de ingreep om de tumor te doen verkleinen en om de ingreep te vergemakkelijken. Nadien zet men de chemotherapie verder.

In 75% van de gevallen zijn er wel uitzaaiingen. Dan wordt vaak gekozen om enkel chemotherapie te geven, en zich verder te beperken tot een symptomatische, palliatieve behandeling. De nadruk ligt hier eerder op de levenskwaliteit, en niet langer op genezing.

Na en tijdens de behandeling zal patiënt goed worden opgevolgd om herval, uitbreiding van de tumor en eventuele tekorten (bijvoorbeeld vitamine B12) die ontstaan door het wegnemen van de maag op te sporen en te behandelen. 

Enkel bij verwikkelingen zoals een volledige stop van de doorgang van het voedsel (obstructie) wordt nog operatief ingegrepen. In het bloed kan een tumormerker bepaald worden. Die kan nuttig zijn voor de opvolging van de behandeling.

Aandachtspunten

Bijlagen en extra informatie

Behandelende artsen